Naar Gerolstein

18 juli 2014 - Gerolstein, Duitsland

Na een goed ontbijt gaan we op weg naar Gerolstein,  het bruisende centrum van de Eifel,  bekend om haar mineraalwater. Het fietspad voert grotendeels langs het riviertje en langs de spoorlijn. Het is de lijn Keulen-Trier. Erg druk is het niet: er rijden vooral lokale "Sprinters" die bij elk dorpje stoppen. Via Bolsdorf, Dom-Lammersdorf en Pelm geraken we in Gerolstein. Gisteren hebben we het adres van een hotel gekregen, maar dat blijkt bij nader inzien nogal ver uit de stad te liggen. Stom toevallig lopen we tegen een  pension aan, de eigenaresse is Frau Kraemer een vitale vijfenzeventig jarige, die samen met haar man zes kamers bestiert. Ze blijkt een ongelofelijke kletskous, die allerlei trucjes aanwendt om maar met ons  in gesprek te blijven. Haar man lijkt het wat beter te begrijpen en houdt zich angstvallig op de achtergrond. Frau Kraemer heeft overal een mening over, ook waar en wat we s' avonds moeten gaan eten. De Griek om de hoek, Poseidon genaamd, serveert een geweldige boerensalade. Moe als we zijn, het was de hele dag boven de dertig graden, besluiten we op  haar advies in te gaan. Het blijkt allemaal redelijk te eten, maar het is fantasieloos en niet meer dan doorsnee. 

De dag nadien (zaterdag) is de eerste rustdag,  en dat is  maar goed ook: het is de derde dag boven de dertig graden. In Gerolstein is niet veel te zien. De winkelstraat ligt achter het station. Daar zijn we in vijf minuten doorgelopen. s' Middags hangen in het park naast het station. Het enige opmerkelijke is de "Helenabrunnen" waar koolzuur houdend water uit de grond komt: het smaakt prima.