Chivasso-Lamporo-Vercelli (20,9 km; 772 kcal; 4h 41')

1 september 2014 - Vercelli, Italië

Na Chivasso begint de Po-vlakte "echt". Een netwerk van grotere en kleinere kanaaltjes omkranst de eindeloze rijstvelden. De geulen zitten vol met kikkers, soms is er een fazant te zien. Verder zijn er talloze witte koereigers.  Het lijkt soms wel Afrika. Het pad gaat gelukkig maar af en toe over de verharde weg, meestal over halfverharde paden, soms gewoon over de rand van een akker. Verspreid liggen grote boerderijen,  vaak verlaten of vervallen. Menselijk leven lijkt hier niet mogelijk: er is geen kip te zien. Na ruim tweeëntwintig kilometer kom ik in  Lemporo, een "gat" van vijftig huizen en een kerk natuurlijk. Je zou er moeten kunnen overnachten, maar het is me niet duidelijk waar of bij wie. Gelukkig komt er om vier uur nog een bus die me naar Vercelli brengt, twintig kilometer verderop. Vercelli is een klein provinciestadje. Het info kantoortje is op maandag gesloten, de naastgelegen caféhouder weet dat er alleen maar dure hotels in Vercelli zijn "en die liggen ver buiten de stad, daar kun je niet naar toe lopen, veel te heet". Een medewerkster brengt me naar Hotel Matteoti, nadat ik eerst over de kamerprijs heb onderhandeld: van zeventig euro zijn ze teruggegaan naar vijftig, want "we hebben een afspraak met de stichting Via Francigena". Als ik voor de deur sta, zie ik nog een ander bord, wat kamers aanprijst. Het blijkt nog tien minuten lopen. Bij het openbare zwembad is een gebouwtje waar vier kamers in gehuisvest zijn. Voor veertig euro mag ik een nachtje blijven en ik kan er voor een tientje eten. Dat klinkt veel beter. De meeste mensen kunnen maar moeilijk geloven dat ik helemaal uit Nederland hier naar toe ben gelopen. De maaltijd,  waarnikveel te vroeg aan begin (half acht) is prima: eerst een groot bord pasta met tomaat en aubergine, daarna nog een klein bordje met vlees en enkele blaadjes sla. Een en ander is klaargemaakt door een Marokkaanse,  Mina, die samen met een collega ook het onderhoud doet (en afgebeuld wordt tot s'nachts twaalf uur). Het vieze en lastige werk wordt overigens heel vaak door buitenlanders gedaan, daar voelen de Italo's zich te goed voor. Bij ons is dat natuurlijk niet anders. In elk dorpje/stadje is wel een opvangcentrum voor buitenlanders, lees Afrikanen. Voornamelijk mannen die wat voor de deur hangen, wachtend op wat? De mensen die ik er op aanspreek, hebben er geen goede woorden voor: "met de bus? niet doen, daar zitten alleen zwarten in".

Als ik klaar ben met eten, ik had even de idee dat er alleen voor mij gekookt werd,  stroomt het restaurant vol. De TV die speciaal voor mij is aangezet laat een voetbalwedstrijd zien: Play for Peace. De deelnemers zijn vooraf toegesproken gezegend door de paus, het stadion zit halfvol. O.a. Maradonna en Roberto Baggio doen mee. De meeste Italo's vinden het prachtig: alles lijkt hier alleen maar om voetbal te draaien. In veel cafe's liggen drie sportkranten. Ze kakelen allemaal hetzelfde,  de foto's zijn hetzelfde en de eerste vijfentwintig pagina's zijn stevast (dagelijks!) aan het Italiaanse voetbal gewijd, daarna een beetje buitenlands, daarna autosport en achterin vindt je ook nog wat atletiek, volley-en basketbal. De ronde van Spanje komt er, bij gebrek aan Italiaanse deelname, met enkele regels vanaf.

Hoe het ook zij,  de mensen zijn alleraardigst en altijd bereid om mee te denken over een oplossing. 

1 Reactie

  1. Wies:
    3 september 2014
    Maar waar slaap je dan Geert?